
Song to Krishna is een spirituele lofzang die verschillende namen en aspecten van Krishna bezingt. Elke naam in de tekst verwijst naar een specifieke rol of eigenschap van Krishna binnen de hindoeïstische traditie.
Deze tekst weerspiegelt de diepe liefde en devotie voor Krishna, zijn rol als beschermer, geliefde, en spirituele gids. Het herhalen van zijn namen wordt in de bhakti-traditie beschouwd als een manier om spirituele verbinding en innerlijke vreugde te ervaren.
◯ Krishna Manohara – Krishna, de betoverende (Manohara betekent 'hij die het hart steelt' of 'charmant').
◯ Gokula Nanthana – De vreugde van Gokula, waar Krishna zijn jeugd doorbracht te midden van de koeherders en gopi’s (melkmeisjes).
◯ Govardhanothara – Hij die de berg Govardhana ophief, verwijzend naar het verhaal waarin Krishna de berg Govardhana ophief om de mensen van Gokula te beschermen tegen de storm van Indra.
◯ Murlidharasha – Hij die de fluit (murli) draagt en bespeelt, een symbool van Krishna’s goddelijke aantrekkingskracht en muzikale gave.
◯ Mukund – De bevrijder, een naam die verwijst naar Krishna’s vermogen om spirituele bevrijding (moksha) te schenken.
◯ Murari – Doder van de demon Mura, wat Krishna’s rol als beschermer van het dharma (kosmische orde) benadrukt.
◯ Nanda Kishora – De zoon van Nanda, wat Krishna’s liefhebbende, speelse en jeugdige aard onderstreept.
◯ Gopi Manohara – Hij die het hart van de gopi’s steelt, verwijzend naar Krishna’s goddelijke liefde en aantrekkingskracht onder de melkmeisjes van Vrindavan.
◯ Murlidharasha – Wederom een verwijzing naar Krishna als de fluitspeler die de harten betovert.
◯ Jai Jai Vithal Vithal Vithal Vithal – Eer aan Vithal! Vithal (ook wel Vitthala of Panduranga) is een incarnatie van Krishna die vooral in Maharashtra wordt vereerd. Het herhaalde zingen van "Jai" is een vorm van devotie en eerbetoon.



